Vertraging bouw door nutsbedrijven

Geplaatst op 13 mei 2024 Vertraging bouw door nutsbedrijven

De perikelen op het elektriciteitsnet blijven de gemoederen maar bezig houden. Onlangs heeft de rechter uitspraak gedaan over een netbeheerder die zich niet hield aan de wettelijke aansluittermijn van 18 weken. Belangrijkste les uit die uitspraak is dat de netbeheerder zich niet heeft kunnen beroepen op overmacht. De netbeheerder wordt – op straffe van een dwangsom – opgelegd om binnen 10 weken een aansluiting te realiseren. Ondertussen wordt gesleuteld aan een nieuwe Energiewet waarin de 18 wekentermijn zal worden omgezet in een ‘redelijke termijn’ om een aanvrager aan te sluiten. Nog niet duidelijk is hoe deze ‘redelijke termijn’ in de praktijk zal worden ingevuld en welke omstandigheden daarbij een rol gaan spelen.

Inleiding

Leap 24 Nederland B.V. (hierna: Leap) is een onderneming die zich bezighoudt met de ontwikkeling en exploitatie van een landelijk netwerk van laadlocaties. Enexis Netbeheer B.V. is een netbeheerder, die voor de aansluiting op het net dient zorg te dragen (artikel 10 lid 9 van de Elektriciteitswet 1998).

Artikel 23 van de Elektriciteitswet bepaalt dat een transportaansluiting door een netbeheerder moet worden gerealiseerd binnen een redelijke termijn. Deze redelijke termijn is in ieder geval verstreken na 18 weken, nadat het verzoek om een aansluiting bij een netbeheerder is ingediend, zo staat in de wet te lezen.

Leap eiste dat Enexis haar laadstations op verschillende locaties binnen bepaalde termijnen op het elektriciteitsnet zou aansluiten. Enexis zou, volgens Leap, aansluittermijnen hanteren die in strijd zijn met de Elektriciteitswet. Zo had Enexis aan Leap te kennen gegeven levertijden van 52 tot 65 weken te hebben. Daarmee overschreed Enexis volgens Leap de termijn van 18 weken. Leap sommeerde Enexis om haar sneller aan te sluiten op het net, maar aan die sommatie gaf Enexis geen gevolg.

Kort gedingprocedure

Leap dagvaarden Enexis vervolgens in kort geding en verzocht de voorzieningenrechter om Enexis op straffe van een dwangsom om Leap alsnog aan te sluiten. Enexis voerde daartegen verschillende verweren.

Eén van die verweren was dat zij wegens tekort aan personeel geen gehoor zou kunnen geven aan de sommatie. Leap deed daarmee een beroep op overmacht.

Van overmacht is sprake wanneer de tekortkoming niet te wijten is aan de schuld van degene die tekortschiet, en ook niet op grond van de wet, rechtshandeling of in het verkeer geldende opvattingen voor zijn risico komt. Om een beroep op overmacht te rechtvaardigen moet de belemmering de prestatie zelf betreffen. Van overmacht wordt niet gesproken, indien door een later ingetreden verandering van de omstandigheden het aanvankelijk bestaande evenwicht tussen de wederzijdse prestaties wordt verbroken.

Van overmacht was in dit kort geding volgens de rechtbank Oost-Brabant echter geen sprake. De rechtbank overwoog in dit kort gedingvonnis dat de netbeheerder de vermeende overmacht onvoldoende duidelijk met concrete feiten en/of omstandigheden had onderbouwd.  Enexis dient volgens de rechtbank haar bedrijfsprocessen zodanig in te richten dat zij voldoende personeel beschikbaar heeft om tijdig aan haar aansluitverplichting te voldoen; ook in tijden van schaarste.

Enexis voerde voorts aan dat de wettelijke 18 wekentermijn in strijd met Europees recht zou zijn. De wettelijke 18 wekentermijn zou volgens Enexis niet verbindend zijn, omdat deze wettelijke bepaling in strijd zou zijn met artikel 59 lid 7 van de Richtlijn 2019/944/EU. Volgens de richtlijn had de termijn moeten worden vastgesteld door de Autoriteit Consument & Markt (ACM) en niet door de wetgever.

De rechtbank overweegt dat zelfs als de 18 wekentermijn niet verbindend zou zijn, dat niet betekent dat de aansluiting niet binnen een redelijke termijn zou moeten worden gerealiseerd. De rechtbank moest daarom in haar vonnis invulling geven aan de open norm van de redelijke termijn.

Voor de invulling van die open norm sluit de rechtbank aan bij het door de ACM op 14 juli 2022 gepubliceerde ontwerpbesluit codewijziging aansluittermijnen. In dat ontwerpbesluit staat dat voor aansluitingen 40 weken een redelijke termijn is. Die termijn gaat dan lopen vanaf de dag van ontvangst van de getekende offerte. Die termijn geldt voor aansluitingen die groter zijn dan 3 x 80A, maar kleiner dan 10 MVA.

De rechtbank oordeelt uiteindelijk dat de termijn van 40 weken redelijk is en veroordeelt Enexis om Leap op straffe van een dwangsom van € 5.000,- voor iedere werkdag (met een maximum van € 250.000,-) aan te sluiten. Rekening houdend met die 40 weken, krijgt Enexis van de rechtbank nog 10 weken om de aansluiting te realiseren.

Netcongestie

In deze zaak heeft Enexis niet aangevoerd dat er voor het gevraagde transport redelijkerwijs geen capaciteit ter beschikking heeft en er sprake is van netcongestie zoals bedoeld in artikel 24 lid 2 van de Elektriciteitswet. Het gerechtshof ’s Hertogenbosch heeft daarover begin 2024 een uitspraak gewezen. In die zaak werden de vorderingen van Zonnepark Woudbloem, om op het net te worden aangesloten, vanwege netcongestie afgewezen.

Nieuwe Energiewet

De wetgever is bezig met een nieuwe Energiewet. Deze ligt nu ter beoordeling bij de Tweede Kamer. Daarin zal naar alle waarschijnlijkheid de redelijke termijn en de 18 wekentermijn verdwijnen. De bevoegdheid om meer invulling te geven aan de aansluittermijn ligt bij de ACM. De ACM heeft in een ontwerpbesluit bepaald dat de aansluiting binnen een redelijke termijn gerealiseerd dient te worden, tenzij sprake is van overmacht. Deze ‘redelijke termijn’ is ingesteld, teneinde misbruik van de monopoliepositie van een netbeheerder te voorkomen.

Voor aannemers die samenwerken met netbeheerders is de toekomst hierover nog onzeker. Het is namelijk niet duidelijk hoe deze ‘redelijke termijn’ in de praktijk ingevuld gaat worden en of zij aansluiting nog binnen 18 weken mogen verwachten. Wel is duidelijk dat de netbeheerder die zich niet houdt aan de aansluittermijn, zich niet kan beroepen op overmacht wegens (onder)aannemers-/personeelstekort.

Mocht u naar aanleiding van de uitspraak van de rechtbank vragen hebben over de ‘redelijke termijn’ of de risicoverdeling bij vertraging in de bouw door nutsbedrijven in het algemeen, neem dan contact op met Thijs van der Meeren op vandermeeren@heijltjes.nl of 024  –  381 66 60.

Terug naar het nieuwsoverzicht