Corona: bouwtijd en overmacht

Geplaatst op 16 apr 2020 Corona: bouwtijd en overmacht

Er worden op dit moment veel adviezen gegeven over de vraag wie verantwoordelijk is voor vertraging van bouwprojecten als gevolg van de coronacrisis. De meeste schrijvers stellen dat coronaperikelen misschien een beroep op overmacht rechtvaardigen en dringen er op aan dat partijen in overleg een tot een redelijke oplossing komen. Een loffelijk streven maar het is de vraag of, wanneer het stof is neergedaald en de rekeningen betaald moeten worden, de huidige gevoelens van solidariteit lang zullen beklijven. Het is wellicht beter om daar niet op te vertrouwen en nu al maatregelen te nemen om straks  beslagen ten ijs te komen.

Voor mij is duidelijk dat er door de coronamaatregelen sprake is van een overmachtsituatie. Niet iedere jurist durft deze gevolgtrekking nu reeds te maken, zoals je weet zijn juristen doorgaans nogal voorzichtig maar ik durf deze stelling wel aan. Maar met zo’n algemene conclusie “overmacht” ben je er nog niet.

Bij overmacht is er recht op bouwtijdverlenging. (niet op extra geld). Het zal duidelijk zijn dat achteraf niet zomaar kan worden gesteld: “we hebben 2 maanden stil gelegen”. De aannemer heeft de bewijslast en dient de precieze gevolgen van de overmachtsituatie in beeld te brengen. Welke periode betreft het? Had er niet kunnen worden doorgewerkt? Wat is het efficiencyverlies dat is ontstaan door de genomen maatregelen? En ligt de verstoring wel op het kritieke pad?

Belangrijk is: een zeer gedegen vastlegging middels een uitvoerdersdagboek van de situatie van dag tot dag:

  • de stand van de bouw vastleggen en dagelijks bijhouden;
  • welke eigen mensen en onderaannemers zijn van dag tot dag doende, welke niet (en waarom niet) en tegen welke belemmeringen lopen zij aan (corona-gerelateerd);
  • alles in relatie tot de planning, dus groeiende achterstand nauwkeurig in beeld brengen;
  • daarbij de relatie leggen met wat er op het kritieke pad ligt.

Deze verslaglegging helpt om claims van opdrachtgevers te pareren. Houd er rekening mee dat sommige opdrachtgevers zelf de nodige financiële pijn lijden of nog zullen krijgen en zich gedwongen kunnen voelen om hun schade te beperken of te verleggen. Een kat in het nauw maakt rare sprongen.

Het is daarom belangrijk om de projectleiding duidelijk te instrueren. Het uitvoerdersdagboek moet zeker meer uitgebreid vastleggen – dus met de bovengenoemde items – dan gebruikelijk. Controleer regelmatig of dat inderdaad gebeurt zodat zo nodig kan worden bijgestuurd of aangescherpt.

Wim Heijltjes

 

 

Terug naar het nieuwsoverzicht